De 3 fases van de bevalling

Voor het eerst bevallen kan heel spannend zijn. Je bereid je voor op het omgaan met de weeën en de pijn. Je kiest waar je wilt bevallen en verzekert je van de beste zorg. Je kunt je nog zo goed laten voorlichten, toch weet je nooit hoe het gaat lopen. Een bevalling verloopt wel in 3 fases. Dat staat vast, met uitzondering van een bevalling via een keizersnede. In dit artikel neem ik je mee door deze fases. 

Fase 1: Ontsluiting

Je bevalling start meestal thuis. Je krijgt ontsluitingsweeën of je vliezen breken. Dat laatste is misschien wel het stereotype van een aanstaande bevalling, maar in werkelijkheid start maar 10% van de bevallingen met het breken van de vliezen. 

Breken je vliezen dan is het net alsof je plast, alleen kun je dit niet tegenhouden. Bij een kleine scheur komen er kleine plasjes, bij een grote scheur stroomt er ineens heel veel vruchtwater naar buiten. Vaak heb je nog niet meteen ontsluitingsweeën, maar deze komen wel langzaam op gang. Het mag nu maximaal 24 uur duren voordat de bevalling op gang komt, in verband met infectiegevaar. Door het breken van de vliezen is er een open verbinding met je kindje, ook voor bacteriën. Bij het breken van de vliezen neem je direct contact op met je verloskundige. Zij zal een inschatting of ze meteen langs komt of nog even wacht. Zij geeft je ook verdere instructie wanneer je contact op moet nemen.

Ontsluitingsweeën zijn contracties van de baarmoederspier. Misschien heb je wel eens harde buiken gehad of voorweeën. De eerste weeën voelen als voorweeën maar dan minder frequent. Het voelt vaak onprettig, maar nog niet echt pijnlijk. Naarmate de ontsluiting vordert worden de weeën krachtiger, langere en daarmee ook pijnlijker. Een wee maakt een soort golvende beweging, start rustig en wordt steeds krachtiger, waarna de kracht langzaam weer afneemt. Hierna volgt een pauze. De pauze tussen twee weeën is op het begin vrij lang, maar neemt af als de weeën sterker worden. 

Ontsluitingsweeën zorgen voor het verstrijken of verweken van de baarmoederhals en ontsluiten de baarmoedermond. Dit zijn de laatste voorbereidingen van je lichaam op de daadwerkelijke geboorte. 

Over het algemeen wordt geadviseerd de verloskundige te bellen als er minder dan 5 minuten tussen de weeën zit. Je ontsluiting is nu op de helft. Hoe lang dit duurt is heel persoonlijk. Je hebt dan nog voldoende tijd om naar het ziekenhuis te gaan, als je dit wilt. Bij 8 cm ontsluiting of meer is dit niet altijd meer mogelijk, omdat het dan heel snel kan gaan. Een gemiddelde bevalling van een eerste kindje duurt ongeveer 12 uur, waarvan maximaal 2 uur geperst mag worden. 

Fase 2: Uitdrijving

De ontsluitingsweeën gaan over naar persweeën op het moment dat je 10 cm ontsluiting hebt. Dit kan geleidelijk aan gaan, aan het einde van een ontsluitingswee krijg je persdrang. Het kan ook zijn dat de ontsluitingsweeën opeens stoppen en dat je alleen nog maar persweeën krijgt. 

Persweeën herken je meteen. Het voelt als een soort oerdrang om te persen. Ze zijn veel minder pijnlijk, vooral omdat je nu daadwerkelijk zelf iets kan doen. Geef je mee, door te persen dan voel je de pijn bijna niet meer. Persen zelf kost veel kracht, dit maakt deze fase zwaar. Bevallen is een marathon wordt weleens gezegd. Persen is hierbij de zware eindsprint. Op dit moment wordt de begeleiding van je verloskundige belangrijk. Zij helpt je door deze fase heen. En adviseert hoe en wanneer je mag persen, totdat jouw kleintje uiteindelijk geboren is. De persfase mag maximaal 2 uur duren, de verloskundige zal vaak na een uur klaar staan voor een knip. Meestal komt het echter niet zover en wordt het kindje eerder geboren. 

Fase 3: Nageboorte

Helaas is het hiermee nog niet klaar. Lig jij uitgeput met je baby op je buik, dan mag je nogmaals gaan persen. Deze keer voor de nageboorte of te wel de placenta. Ook deze moet er nog uit. Gelukkig is dit een stuk minder zwaar dan de geboorte van je baby. 

De verloskundige masseert vaak even op je buik en de naweeën helpen je door deze laatste stap heen. Terwijl jij ligt te genieten van je kleintje, die misschien al op zoek gaat naar jouw tepels voor een eerste slokje moedermelk, controleert de verloskundige de placenta en je kindje. 

De naweeën kunnen nog een aantal dagen aanhouden. Vooral als je borstvoeding geeft kan dit pijnlijk. Je baarmoeder wordt door deze weeën steeds een beetje kleiner, totdat deze gekrompen is naar het oorspronkelijke formaat. Na een week zou je baarmoeder onder je schaambeen verdwenen moeten zijn. De verloskundige en kraamverzorgende controleren dit tijdens de na-controles in de kraamweek. 

De bevalling heeft veel van je lichaam geëist en het is een groot avontuur voor je baby. Neem de tijd om uit te rusten en te genieten van elkaar. Heb je geen fysieke schade zoals scheurtjes, hechtingen of aambeien, dan hebben je bekkenbodem- en buikspieren toch vooral rust nodig. Het oprekken tijdens de zwangerschap en de bevalling kun je vergelijken met het oprekken of verstuiken van enkelbanden. De eerste week wil je hier ook niet op staan, doe dit dus ook na je bevalling zo min mogelijk! 

Na een paar dagen kun je de eerste bekkenbodem en buik oefeningen oppakken, al liggend op bed. Laat je goed adviseren wat je mag doen. Je verloskundige of een bekkenfysiotherapeut kunnen je hierbij helpen. In mijn programma heb ik voor deze periode oefeningen verwerkt, zodat jij al snel aan jouw herstel kunt werken.

Vorige
Vorige

6x Verminder het risico op een pre- of postnatale depressie

Volgende
Volgende

3 trainingstips: omgaan met bekkenklachten tijdens de zwangerschap